1 Samuel 25:19

SVEn zij zeide tot haar jongelingen: Trekt heen voor mijn aangezicht; ziet, ik kom achter ulieden; doch haar man Nabal gaf zij het niet te kennen.
WLCוַתֹּ֤אמֶר לִנְעָרֶ֙יהָ֙ עִבְר֣וּ לְפָנַ֔י הִנְנִ֖י אַחֲרֵיכֶ֣ם בָּאָ֑ה וּלְאִישָׁ֥הּ נָבָ֖ל לֹ֥א הִגִּֽידָה׃
Trans.watō’mer linə‘āreyhā ‘iḇərû ləfānay hinənî ’aḥărêḵem bā’â ûlə’îšāh nāḇāl lō’ higîḏâ:

Algemeen

Zie ook: Aangezicht, Gelaat, Nabal

Aantekeningen

En zij zeide tot haar jongelingen: Trekt heen voor mijn aangezicht; ziet, ik kom achter ulieden; doch haar man Nabal gaf zij het niet te kennen.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ

-

תֹּ֤אמֶר

En zij zeide

לִ

-

נְעָרֶ֙יהָ֙

tot haar jongelingen

עִבְר֣וּ

Trekt heen

לְ

-

פָנַ֔י

voor mijn aangezicht

הִנְ

-

נִ֖י

-

אַחֲרֵיכֶ֣ם

achter

בָּאָ֑ה

ik kom

וּ

-

לְ

-

אִישָׁ֥הּ

ulieden; doch haar man

נָבָ֖ל

Nabal

לֹ֥א

het niet

הִגִּֽידָה

gaf zij


En zij zeide tot haar jongelingen: Trekt heen voor mijn aangezicht; ziet, ik kom achter ulieden; doch haar man Nabal gaf zij het niet te kennen.


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!